“Dit gebouw ziet er op het eerste gezicht misschien chic uit, maar als je goed kijkt, is het toch in verval. Een beetje zoals België”, grapt Jan Jambon (64) over zijn statige nieuwe ambtswoning in de Brusselse Wetstraat. Een vos verliest duidelijk zijn streken niet, ook niet als een Vlaams-nationalist plots een federale minister wordt. En niet zomaar één: met Pensioenen en Financiën moet Jambon de twee grootste hoofdpijndossiers van deze regering onder handen nemen.

Kritiek? Die deert hem niet. Het is toch de laatste keer dat hij minister wordt, verklapt hij. “Somebody has to do the job – ook al is het niet plezant. Wie doet het dan beter dan een bijna-65-jarige? Iedereen gaat langer moeten werken en ik ben er het levende voorbeeld van.”

Raken aan pensioenen is wel heel gevoelig. Het gaat u niet populair maken.

Jan: (blaast) “Dat maakt mij niet uit. Laat mij maar het gezicht zijn van die pensioenhervorming. Hopelijk zullen de volgende generaties dan zeggen: ‘’t Is dankzij die minister Jambon dat we de pensioenen gered hebben.’ Trouwens: ik was zondag op de Ronde van Vlaanderen. Ik had daar echt niet het gevoel dat ik zo onpopulair ben.”

U zat misschien in de viptent vol ondernemers?

Jan: “Maar nee, ik liep rond op de Kwaremont waar Jan en alleman staat! Kijk hé, ik ga me niet vergelijken met Jean-Luc Dehaene – ge moet uw plaats kennen. Maar hij moest ook een moeilijke sanering doen in de jaren 90 en kwam daar heel populair uit. Mijn partij heeft de verkiezingen gewonnen met de boodschap dat het feestje voorbij is en we geen cadeaus meer gaan uitdelen. De gemiddelde Vlaming is echt niet zo onnozel en beseft maar al te goed dat die hervormingen nodig zijn.”

U klinkt bijna als een echte staatsman. ‘Staatsman Jan’: het bekt niet slecht.

Jan: (blaast) “Vandaag noemen ze me ‘staatsman’ omdat ik in een videoboodschap de bevolking toespreek maar morgen is het weer ‘Jan de Hardvochtige’ of ‘Slappe Jan’. Het boeit me niet. Weet u, ze verwijten politici dat we leven van dag tot dag of van opiniepeiling naar opiniepeiling. Wel, er zit hier een politicus die zich daar niets van aantrekt. Laat ons dus een keer doorpakken en doen wat nodig is op de lange termijn.”

Hebben ze u eigenlijk bewust op die ambetante dossiers gezet? U heeft weinig te verliezen als het toch uw laatste ministerschap is.

Jan: “Had ik als eerste mogen kiezen, dan was ik voor Binnenlandse Zaken gegaan. Maar zo werkt het niet. Financiën had ik wel zien aankomen, maar Pensioenen… Niet echt, nee. Niemand wou dat doen. En toen keek Bart De Wever naar mij. ‘Ja, Jan’, zei hij, ‘ik denk dat gij dat gaat mogen doen.’ Tja, dan doet ge dat, hé.”

U beseft wel dat er veel kritiek gaat komen. U heeft uw vrouw blijkbaar al gewaarschuwd.

Jan: (lacht) “Ik heb haar gezegd: ‘Let op, ge zult wel wat Jambon-poppen in brand zien vliegen tijdens de betogingen. Maar zolang het maar poppen zijn, kan het mij niet veel schelen.”

Snapt u eigenlijk waarom er zo veel sociale onrust is?

Jan: (snel) “Nee. Het spoor staakt nu al 20 dagen. Zij eisen dat de hele maatschappij moet opdraaien omdat zij op hun 55ste met pensioen willen gaan: dat is toch onbegrijpelijk en onverantwoord?”

Ze moeten niet alleen langer werken, ze verliezen ook pensioen.

Jan: “Maar nee, ze moeten even lang werken als de anderen voor hétzelfde pensioen. Kijk, toen ons pensioensysteem uitgedacht werd, was de gemiddelde leeftijd 67 jaar. Vandaag is dat 82 jaar. Het is dan toch logisch dat we langer moeten werken? In de jaren 90 betaalden vier werkenden het pensioen van één gepensioneerde. Vandaag zijn dat er nog drie. In 2060 nog twee. Ge voelt toch aan uw klompen dat dat systeem niet houdbaar is!”

Ambtenaren gaan wel serieus moeten inboeten op hun pensioen. ‘Woordbreuk’ noemen ze dat.

Jan: “Je kan toch niet tegen iemand zeggen: dit is uw arbeidscontract en daar gaan we 45 jaar niets aan veranderen. De maatschappij verandert nu eenmaal. Hun pensioen is ook héél hoog in vergelijking met dat van werknemers en zelfstandigen. Dat is lang gezien als uitgesteld loon, maar hun lonen kunnen concurreren met die van de privé. En hoe leg je aan werknemers uit de privé uit dat hun pensioen berekend wordt op basis van hun loon gedurende hun hele carrière – dus ook toen ze op het einde van de maand de centjes bijeen moesten krabben – maar bij ambtenaren alleen de hogere lonen van de laatste 10 jaar meetellen? Dat is toch onrechtvaardig. Wel, dat wordt rechtgetrokken tegen 2062. 2062 maar, hé.”

Hun argument is dan dat ze geen maaltijdcheques krijgen of geen salariswagen hebben.

Jan: “Slechts 16 procent van de werknemers heeft een bedrijfswagen. Ook niet iedereen heeft een tweede pensioenpijler of maaltijdcheques. Het is appels met peren vergelijken.”

Het verandert pas over 37 jaar. Heeft u al eens gedacht: ‘Waar zijn ze eigenlijk over aan het zagen’?

Jan: “Nee. Maar weet je wat mij wel verwondert? Dat men zegt: het beroep van leerkracht of treinconducteur gaat minder aantrekkelijk worden omdat ze minder pensioen gaan hebben. Met alle respect, maar als een gast van 21 jaar een job aan het zoeken is en zijn motivatie is dat hij over 45 jaar een goed pensioen gaat hebben… Dan is die toch niet gemotiveerd om die job te doen voor de juiste redenen.”

Militairen kunnen nu op hun 56ste met pensioen, maar ze moeten op termijn ook tot hun 67ste blijven werken. We kunnen toch niet verwachten dat zestigers nog gaan vechten?

Jan: “Weet je hoe groot ons leger is? 24.000 manschappen. Hoeveel daarvan zijn ‘combat ready’? Tussen de 2.000 à 2.500 man. Dat is 10 procent. Met andere woorden: er zijn véél meer jobs in het leger dan puur soldaten die gaan vechten. Er zijn instructeurs, mensen die de machines onderhouden… Niemand vindt dat die zestigers nog moeten gaan vechten, maar er zijn genoeg andere taken in het leger.”

Tijdelijke werkloosheid en ziekte zullen niet meer meetellen als gewerkte tijd voor uw pensioenopbouw. Iemand die niet kon werken door de coronacrisis of kanker kreeg, kiést daar niet voor. En toch worden zij daar financieel voor afgestraft. Dat is toch onrechtvaardig?

Jan: “Periodes van ziekte worden gelijkgesteld aan het laatste loon: daar verandert niets aan. Maar waar trek je de grens? Bijna niemand vraagt erom ontslagen te worden. Als we dat ook nog laten meetellen, dan verandert er niets. Maar het moet menselijk blijven, ja. Zieken zouden alleen financieel getroffen worden als ze veel te vroeg met pensioen gaan. Om te ontsnappen aan de pensioenmalus moet je minstens 35 jaar halftijds gewerkt hebben. Dat betekent dus dat je 7 jaar ‘tegenslag’ mag hebben in je carrière. Ik wens het niemand toe, maar dat is niet weinig.”

Vrouwen dreigen ook de dupe te worden van de pensioenhervorming, omdat zij vandaag het vaakst thuis blijven.

Jan: (op dreef) “Moederschapsverlof, zorgverloven, enzovoort tellen wel nog mee als gewerkte jaren. Maar vind jij het normaal dat vandaag één derde van je pensioen opgebouwd wordt door periodes dat je niet werkt? Van mij mogen mensen kiezen om niet te gaan werken, maar daar hangen wel consequenties aan vast.”

Pensioenen boven 5.000 euro bruto zullen ook niet meer geïndexeerd worden. Die 65.000 gepensioneerden zijn ook kwaad over hun ‘koopkrachtverlies’.

Jan: “Dat is een tijdelijke saneringsmaatregel, hé – tot 2029. Om de verschrikkelijke begroting die we van Vivaldi geërfd hebben wat recht te trekken. En het is een maatregel waardoor de sterkste schouders ook een bijdrage leveren.”

Als het zo dramatisch gesteld is met ons pensioensysteem, waarom heeft u er dan 10 jaar geleden met de Zweedse regering niets aan veranderd?

Jan: “We hebben toen de pensioenleeftijd opgetrokken tot 67 jaar. Maar goed, heel die hervorming is toen ondergesneeuwd door de discussie over de zware beroepen. Weet je, ik heb de socialisten – zeker de PS – toen heel hard horen roepen hoe schandalig die hele hervorming was. Maar in de Vivaldi-regering heeft de PS de pensioenleeftijd ook niet terug verlaagd, hé. Ze weten goed genoeg dat het nodig is.”

U lijkt niet van plan om echt te luisteren naar de bekommernissen van de stakers. Gaan die acties überhaupt effect hebben?

Jan: “Over overgangsmaatregelen en sociale correcties kunnen we babbelen. Maar het regeerakkoord is het regeerakkoord – en dat gaan we uitvoeren.”

Raoul Hedebouw is kritisch dat er voor onze pensioenen ‘geen geld’ is, maar wel voor defensie en wapens.

Jan: “Geen geld voor pensioenen? Zever! We geven er nu 55 miljard euro aan uit en in 2029 zelfs 69 miljard euro. Kijk naar de geopolitieke toestand: we moéten toch investeren in defensie! Als je lid wil zijn van een club zoals de NAVO, dan moet je ook je lidgeld betalen. Als we niet investeren in defensie, dan moeten we ons straks geen zorgen meer maken over onze pensioenen want dan zwaait er misschien wel een buitenlandse mogendheid hier de plak.”

Nog een angst van de vakbonden is dat er straks gemorreld gaat worden aan de automatische index. Of belooft u nu al dat het niet gaat gebeuren?

Jan: “Als de vakbonden en werkgevers het op een akkoordje gooien om die te moderniseren, wie zijn wij dan om daar tegenin te gaan? Gebeurt dat niet, dan verandert er niets. Ik weet dat het een absolute rode lijn is voor Vooruit en cd&v.”

Nog een heikel punt zijn de modaliteiten van de meerwaardebelasting. Dat gaat toch ook nog vonken geven?

Jan: (blaast) “Als Jan ‘N-VA’er’ Jambon had kunnen kiezen, was er geen meerwaardebelasting gekomen. Maar Jan ‘financiënminister’ Jambon gaat dat loyaal uitvoeren. Zal er nog wat gedoe zijn over de details? Uiteraard. Maar ik hoop dat we allemaal verantwoordelijke leiders zijn die geen politieke spelletjes gaan spelen.”

We vragen hem naar details over de meerwaardebelasting. Of mensen die hun aandelen langer dan 10 jaar laten staan, de taks ook moeten betalen. Of ouders die een extra zakcentje betalen voor hun kinderen eraan ontsnappen. Jambon wuift het allemaal weg. “Als ik dat ga verklappen, organiseer ik mijn eigen ondergang. Ik ben geen masochist. Tegen 1 juli heeft u daarover duidelijkheid.”

Alles opgesomd kunnen we toch zeggen: u bent eigenlijk ‘minister van Shitdossiers’.

Jan: (lacht) “David Clarinval (MR) gaat toch ook afzien met zijn arbeidsmarkthervorming en Theo Francken heeft met defensie ook geen gemakkelijke klant. Wat Frank Vandenbroucke (Vooruit) met zijn langdurig zieken gaat doen, is ook geen walk in the park. Allez, we zijn al met vier: we kunnen kaarten.”

Ondanks de moeilijke dossiers lijkt u zich wel beter in uw vel te voelen als federaal minister dan als Vlaams minister-president.

Jan: “Ik hoor dat wel vaker, ja. Maar als minister-president is het meestal contraproductief als je vooraf ronkende verklaringen doet: je moet het compromis zoeken. Als vakminister mag je al wat meer fulmineren – en dat gaat mij blijkbaar beter af.”

In 2029 stopt u ermee, zegt u. Heeft u aan uw vrouw moeten zweren dat u dan écht met pensioen gaat?

Jan: “Wie heeft het over pensioen? Ik word waarschijnlijk niet opnieuw minister – na 15 jaar mag ik het stokje wel eens doorgeven, hé. Maar pensioen… Nee, hoogstens een versnelling terug. Ik zie mezelf ’s morgens niet in badjas de krant uit de bus halen om dan op mijn gemak een koffietje te drinken.”

Aan onze krant heeft uw vrouw onlangs wel verteld dat u amper tijd heeft voor uw vier kinderen en zes kleinkinderen. U heeft zelfs uw huwelijksreis naar Mexico moeten annuleren. Kijkt u dáár dan niet naar uit?

Jan: “Wat meer qualitytime met familie mag wel. (zucht) Het zijn zij die het grootste slachtoffer zijn van deze zware job.”

Uw vrouw heeft toen nog iets verklapt…

Jan: (Zijn ogen tonen paniek) “Wat misschien? Oh ja, dat we elkaar ‘babylove’ noemen. (Slaat zijn hand voor zijn gezicht) Ik zat naast haar toen ze aan het bellen was met jullie journaliste. En ik dacht: ‘Oei, oei, oei, dat moet ge niet aan de neus van de pers hangen.’ (lacht) Voilà, het gaat mij dus eeuwig achtervolgen.”