Paul van Ostaijen (1896-1928) schreef de dichtbundel Bezette Stad in 1920 en 1921, tijdens zijn verblijf in Berlijn. De Antwerpse dichter verbleef van 1918 tot 1921 in de Duitse hoofdstad om te ontkomen aan de gevolgen van een veroordeling vanwege zijn betrokkenheid bij een protestmanifestatie tegen kardinaal Mercier in 1917.
Het Antwerpen van tijdens de Eerste Wereldoorlog vormt het decor van de bundel. De dichter gebruikt zijn stad als metafoor en brengt ze in vele facetten tot leven, van de oorlogsdreiging tot het uitbundige nachtleven in de music halls.